Terug naar Opgaven Eerstegraads functies en grafieken.
Opgave 1
Teken de lijn:
en bepaal de richtingscoëfficiënt en het exacte snijpunt van de lijn met de -as.
Uitwerking
De richtingscoëfficiënt is 1 (de coëfficiënt van ).
De gemakkelijkste manier om de lijn te trekken is twee punten te vinden die op de lijn liggen. De lijn door die twee punten is de gevraagde lijn.
Voor het eerste punt dat op de lijn ligt kiezen we het punt met de coördinaten (0,2). Dat is gemakkelijk, want de lijn snijdt de -as in .
Het tweede punt kan men vinden door in de formule te kiezen. Hierna moet de volgende eerstegraads vergelijking worden opgelost:
en dus heeft het snijpunt met de -as de coördinaten (-2,0). Hiermee ligt de lijn vast en kan hij gemakkelijk worden getekend.
Terug naar Opgaven Eerstegraads functies en grafieken.