Terug naar Opgaven Eenheidscirkel en eenvoudige formules
Opgave 10
Bereken voor welke waarden van x in het interval de functie:
de waarde 1 aanneemt.
Uitwerking
De functie heeft in het interval drie periodes. In een periode neemt de sin-functie slechts een maal de maximale waarde 1 aan. In het gegeven interval zal dit dus drie keer gebeuren. De waarden van waarvoor dit gebeurt zijn:
Dit levert op het gegeven interval de volgende waarden: